Tussen pastis en passie

We hadden besloten om onze zomervakantie net iets anders aan te pakken. Geen overvolle toeristische trekpleisters, geen strak reisschema. Alleen wij twee. 

De eerste avond bracht ons naar een typisch Provençaals café, verscholen in een smal straatje van een charmant dorp. De geur van lavendel, pastis en warmte hing in de lucht. Op het kleine terras speelde een jonge man zacht op zijn gitaar, zijn stem hees en zwoel terwijl hij een Franse chanson zong. Het was één van die avonden waarin alles vanzelf lijkt te vertragen.

David stond op om drankjes te halen. "Ik ga even naar binnen, het duurt me te lang hier," zei hij, met dat licht ongeduldige trekje dat ik zo goed van hem kende. Ik knikte, leunde achterover en liet de muziek over me heen spoelen. Minuten verstreken.

Ik keek op mijn horloge. Waar bleef hij? Ik schoof mijn stoel achteruit en liep naar binnen. En daar, aan het einde van de bar, zat hij. Zijn blik strak, zijn lichaam ontspannen. Eén ellenboog leunde nonchalant op de toog, een glas pastis in zijn hand. Hij keek op toen ik binnenkwam en toen glimlachte hij. Niet als David. Niet als mijn man. Maar als een onbekende die me met zijn blik uitkleedde. "Goedenavond," zei hij, zijn stem lager dan gewoonlijk. "U ruikt naar zon en spanning… komt u van ver?"

Ik bleef even staan. Mijn eerste impuls was om te lachen en te zeggen: 'Serieus David?', maar zijn blik hield me tegen. Die was niet speels zoals gewoonlijk. Niet de blik van mijn man, maar die van een man die me voor het eerst zag en me begeerde. Echt begeerde. En ik… voelde hoe iets in mij ontwaakte.

"Mag ik je iets aanbieden?" vroeg hij en tikte met zijn vinger op de barkruk naast hem. Ik ging zitten, mijn benen elegant gekruist. "Wat stel je voor?" Zijn glimlach werd dieper. "Een lokale gin. Net zo verraderlijk als mooi."

Ik slikte. De warmte in de bar was anders dan die op het terras. Benauwender, intiemer. Zijn knie raakte de mijne, niet toevallig. Hij draaide zijn lichaam iets mijn richting uit. "Ik ben Raphaël," zei hij toen. Ik voelde een kriebel in mijn onderbuik. De grens tussen spel en werkelijkheid begon langzaam te vervagen.

Ik liet mijn vingers langs mijn hals glijden, traag naar mijn sleutelbeen. "Gabrielle," zei ik langzaam, met een stem die niet helemaal van mij leek. Zijn ogen fonkelden. "Een naam met vuur," fluisterde hij. "Je straalt iets uit… iets gevaarlijks." Ik leunde iets naar hem toe. "Misschien," fluisterde ik, "maar soms laat ik me graag verrassen."

Hij boog voorover, zijn lippen op een haar na van mijn oor. "Laat me dan beginnen met je te vertellen wat ik zag toen je binnenkwam."

Ik voelde een golf van spanning door me heen trekken. Het spel was begonnen. En ik? Ik werd Gabrielle. Helemaal.

Hij draaide zijn glas langzaam rond op de bar. "Toen je binnenkwam," zei Raphaël, zijn stem laag en langzaam, "zag ik een vrouw die zich niet laat opjagen. Die weet dat ze bekeken wordt, maar alleen reageert als ze er zelf zin in heeft."

Zijn hand gleed langs mijn onderarm. Warm. Traag. Ik nam een slok van de gin die hij voor me bestelde. De gin brandde zacht na in mijn keel.

"Wat zie je nu?" vroeg ik.

"Nu zie ik iemand die op het punt staat iets gevaarlijks toe te laten. Iets wat haar eigen regels overstijgt. En die hoopt dat niemand in deze bar merkt wat er onder haar jurk gebeurt."

Ik voelde hoe mijn huid reageerde op zijn woorden, zijn aanraking. Mijn dijen knepen zich licht samen. De bar verdween naar de achtergrond: de stemmen, het zachte gelach, het getik van een lepel tegen een glas. "Waarom zou ik meedoen met jouw spel?" Zijn blik vernauwde zich lichtjes. "Omdat ik weet dat jij net als ik snakt naar alles wat buiten de lijntjes valt."

Mijn adem stokte even. Hij kende me. Te goed.

Hij legde zijn hand zacht op mijn dij, net boven de knie. De aanraking was vluchtig, maar geladen. "Ga je mee, Gabrielle?" Ik knikte. Zonder een woord te zeggen.

De trap kraakte zacht onder onze voeten toen we het appartement binnenliepen. De avond was nog zwoel en in plaats van naar binnen te gaan, liep ik door naar het balkon. De Provence lag in stilte onder ons: krekels, een kat op een muurtje, het licht van een enkele straatlantaarn.

Ik draaide me om. Raphaël stond in de deuropening, zijn schaduw lang in het zachte licht. "Waarom het balkon?" "Ik wil dat de wereld ziet wat ik voel." fluisterde ik.

Hij kwam dichterbij. Zijn handen vonden mijn heupen, trokken me naar zich toe. Zijn lippen vonden mijn hals, zijn adem warm en ongeduldig tegen mijn huid. "Wat voel je dan, Gabrielle?" "Dat ik wil verdwijnen in dit moment." zei ik. "Niet nadenken. Alleen voelen."

Hij duwde me zacht tegen de balustrade. Zijn mond trok een spoor van warmte op mijn huid, van mijn hals tot de rand van mijn jurk. Zijn handen gleden onder de stof, vingers traag maar doelgericht. Mijn adem versnelde, mijn vingers klemden zich even aan de smeedijzeren reling.

Zijn hand vond de rand van mijn slipje en stopte daar. "Je hart klopt snel," fluisterde hij.

"Dat is jouw schuld," hijgde ik.

Hij keek me aan. Diep. De spanning was martelend. Mijn lichaam boog zich als vanzelf naar hem toe. "Wil je dit?" vroeg hij. "Meer dan ooit," fluisterde ik, trillend van verlangen.

Zijn vingers gleden uiteindelijk naar binnen, langzaam, plagend, alsof hij elk zenuwuiteinde in mij kende.

Mijn lichaam spande zich op, mijn heupen bewogen instinctief naar hem toe. Zijn aanraking was beheerst maar vurig. Ik kreunde zacht, mijn lippen tegen zijn schouder, mijn hand in zijn haar.

Maar opnieuw, net zoals eerder, stopte hij plots. "Wat als ik wil dat je me aankijkt? Echte ogen, geen masker."

Ik opende mijn ogen en keek hem aan. "Jij hebt Gabrielle tot leven gebracht," zei ik. "Maar ik ben het. Ik ben hier. Alles wat ik voel is echt."

Hij haalde diep adem. Zijn handen nog steeds op mijn huid, maar zijn blik nu zachter, intiemer. "Dan wil ik jou. Niet de versie die je speelt. Jij, helemaal."

"Laat me dan ook alles zijn," fluisterde ik. "Niet alleen Gabrielle. Niet alleen jouw vrouw. Gewoon… mij. Ongetemd."

Hij glimlachte, duwde me weer tegen de balustrade en tilde me op. Zijn lippen vonden de mijne, doelgericht en zonder omwegen. Mijn benen sloten zich rond zijn heupen, zijn hemd nog half open, mijn jurk omhooggeschoven.

Deze keer was het geen spel. Geen rol. Geen fantasie.

Alleen pure overgave. Gewoon wij. In de Provence. Op een balkon waar de tijd even ophield met bestaan.