Trillend erfgoed

Ik zat op een zonnig terras, glas rosé in de hand, toen een vriendin plots zei:
"Wist jij dat de vibrator eigenlijk is uitgevonden door dokters die vrouwen een orgasme gaven tegen hysterie?" 

Ik pauzeerde halverwege een slok. "Pardon?"

"Echt waar," knikte ze vrolijk, terwijl ze een olijf naar binnen werkte. "Pure geneeskunde in de 19de eeuw."

Ik verslikte me bijna in m'n wijn. Een hoestbui later keek ik haar met grote ogen aan.
Maar ja hoor, het bleek dus waar. In de 19e eeuw, een tijd waarin vrouwen nog flauwvielen van te strakke korsetten, dachten mannen dat wij hysterisch werden van, tja… alles. Prikkelbaarheid. Slapeloosheid. Beetje zeuren. Beetje leven.

"En wat deden die dokters dan?" vroeg ik, half grinnikend.
"Ze brachten je tot een 'hysterische paroxysme'," zei ze droog. "Wat wij dus gewoon een orgasme noemen."

Ik trok een wenkbrauw op. "Wacht… je bedoelt het letterlijk?"
"Met de hand. In de spreekkamer. Op doktersvoorschrift." knikte ze.
"Daar kan mijn huisarts nog wat van leren," zei ik, terwijl ik een slok nam.

Ze lachte. "Tot ze er kramp van in de vingers kregen. Toen bedachten ze een handig hulpmiddel: de vibrator. Uit pure efficiëntie dus. Niks genot, gewoon medische noodzaak. Dat dat niet in de geschiedenisboeken staat, maar wel de uitvinding van de stoommachine, zegt eigenlijk alles."

En het werd nog beter. Rond 1920 lagen vibrators gewoon in de winkelrekken, keurig aangeprezen als 'gezondheidsapparaat'. Je kon ze bestellen via de catalogus, samen met je strijkijzer.

"Stel je voor," zei ik. "Een keurige dame aan de toonbank die zegt: 'Graag één vibrator, een pot rozenjam en wat badzout, alstublieft.'"
"En een krop sla voor de schijn," voegde zij eraan toe.

Maar toen doken ze op in schunnige filmpjes en opeens waren ze te pikant voor de vitrine. Te geil bevonden voor de medische wereld. Want een vrouw die zelf weet wat ze lekker vindt? Da's natuurlijk gevaarlijk terrein.

En toen kwamen de jaren zeventig. Feminisme, vrijheid, en een hele generatie vrouwen die dacht: weet je wat, ik bepaal voortaan zelf wanneer ik hysterisch paroxysmeer. Wat begon in de dokterstas, eindigde in het nachtkastje en daar ligt hij nog steeds tevreden te zoemen.

"En weet je wat het mooiste is?" zei ik.
"We hoeven er geen diagnose meer voor te krijgen," vulde zij aan.
"We mogen het gewoon willen. Zomaar. Voor onszelf."

We glimlachten en tikten onze glazen tegen elkaar. "Cheers op de dokters met kramp in de pols en op de vrouwen die eindelijk geen voorschrift meer nodig hebben om van zichzelf te genieten."